Contract: Een Nederlands huurcontract is voor onbepaalde tijd, tenzij er specifiek een contractsduur in het huurcontract vermeld staat. Lees het contract goed, en zorg ervoor dat je alles begrijpt.
Indien de inventaris/inboedel in het contract vermeld staat (servies, beddengoed, etc.) controleer dan of alles daadwerkelijk aanwezig is. Controleer ook of alle elektrische apparatuur goed functioneert. Neem geen genoegen met een mondelinge overeenkomst dat de gebreken later gerepareerd worden. Zorg dat dit in het contract vermeld staat, of laat het direct repareren.
Servicekosten: Gas, water, en licht. Afhankelijk van de huisbaas kunnen de servicekosten bij de huur inbegrepen zijn. Gemeenschappelijke onderhoudskosten zijn vaak inclusief 1 of meerdere van de servicekosten. Vraag duidelijk welke uitgaven apart dienen te worden betaald. (gas, water, en licht uitgaven kunnen aardig oplopen).
Borg: De meeste eigenaren zullen om een borg vragen. Een borg van 1 maand huur, of 2 maanden in het geval van een gemeubileerde woning. Betaal nooit meer dan 2 maanden borg. Je kunt ook de voorwaarden voor het terugontvangen van de borg met de huisbaas bespreken. Probeer de borg te gebruiken als laatste maand huur.
Andere waarborgen: De Nederlandse wet biedt verhuurders erg weinig bescherming, het kan zijn dat eigenaren vaak naar een salarisstrook vragen zodat ze weten dat je genoeg financiële middelen hebt om de huur te betalen. In het geval van studenten, kunnen de ouders gevraagd worden om garant te staan.